Het Uitvaartwezen,
vakblad voor uitvaartprofessionals, nr. 2, maart 2006.
In het tijdschrift o.a. de rubrieken: Varia, Portret, Wet en Recht,
NUVU-nieuws, Verenigingsnieuws, Agenda
en een aantal artikelen waaronder:
Uitvaartverzorger: een trendy beroep
De uitvaartbranche is hot. Uitvaartbedrijven worden bedolven onder
sollicitaties en voor de opleidingen zijn er tegenwoordig wachtlijsten.
Door die toenemende belangstelling ondergaat het vak een ontwikkeling.
Hoe is die ontwikkeling te duiden en waar komt die populariteit van
de uitvaartbranche vandaan?
De kartonnen belofte
Al jaren is de uit Engeland geïmporteerde Eco Coffin op de
markt, maar hij wordt maar nauwelijks gebruikt. Dat heeft verschillende
ondernemers niet weerhouden de laatste tijd diverse kartonnen
uitvaartkisten op de Nederlandse markt te introduceren.
Is dat tegen beter weten in of heeft karton potentie?
Leeuwarder Courant: 11 maart 2006. Laatste verzorging
(bijna paginagroot artikel) Kirsten van Zanten: Nooit is er eens
iemand die zegt 'Goh, wat een leuke baan'. De leden van het zorgteam
van uitvaartcentrum Adventum zijn er aan gewend. Mensen zijn bang
voor de dood. Maar wie dagelijks met overledenen omgaat, overwint
die angst. Een kijkje achter de schermen bij de laatste
verzorging.
Onder het zachte schijnsel van een lamp buigen Foeke Velzen en Greet
Zuidema zich diep voorover. Boven de kist kijken ze elkaar vragend
aan. Draagt ze haar pony nou links of rechts? „Schuin naar links,
zei haar man."
De overledene is een mooie, frêle vrouw. Te jong gestorven.
Greet en Foeke van uitvaartcentrum Adven-tum kammen haar zwarte haren
voor de laatste keer, lakken haar nagels rood en brengen wat kleur
aan op haar lippen. Vanochtend om kwart over vijf overleed ze, na
drie jaar lang gevochten te hebben tegen kanker. Ze ligt erbij alsof
ze nooit ziek is geweest. „Voor het eerst heeft ze geen pijn meer
wanneer ze wordt aangeraakt", zei haar man die ochtend, toen
ze net gestorven was.
In hun onopvallende Renault Kangoo, volledig ingericht op de verzorging
van overledenen, kwam het zorgteam - dat altijd uit een man én
een vrouw bestaat - een uur na het overlijden van de vrouw bij de
Leeuwarder woning aan. Ze condoleerden de echtgenoot. Samen wasten
ze haar. Ze trokken haar mooie kleren aan en zorgden ervoor dat ze
naar het uitvaartcentrum werd gebracht. Alles met latex-handschoenen
aan. Greet: „Hygiënisch voor ons, maar ook voor de overledene.
Ook als je dood bent, heb je recht op privacy." ...... .............................
Volkskrant:
11 maart. Boekbespreking: Mummies en kleine schoffeltjes
Eric Hendriks: Je kon in het oude
Egypte wel dood zijn, maar het werk moest gewoon doorgaan.
Sommige graven van hooggeplaatsten bevatten dan ook honderden dienaren
365 bijvoorbeeld, één voor elke dag van het jaar, plus
36 opzichters, voor elke ploeg van 10 man één.
Dat waren geen echte knechten, maar poppetjes, sjabti's genaamd, die
de voorname dode een ontspannen leven in het hiernamaals mogelijk
moesten maken. Daartoe waren de sjabti's uitgerust met piepkleine
landbouwwerktuigjes, zoals schoffeltjes en mandjes.
Van alles kregen de doden in hun graf mee om aan gene zijde in hun
dagelijkse behoeften te voorzien. Meubels bijvoorbeeld, maar ook voedsel,
wapens, spelletjes en cosmetica.........................
Salhna Ikram: Dood en begrafenisrituelen in het oude Egypte
Pearson Education; 192 pag.; € 19,95 , ISBN 90 430 11991
|
Bezoek
de internetsite van:
|