Uitvaart in Nepal
 

Het Himalaya gebergte - ingeklemd tussen China en India - is de hoogste bergketen ter wereld. Acht toppen steken meer dan 8.000 meter boven de zeespiegel uit! Één daarvan, de beroemde Mount Everest, is met zijn 8848 meter de hoogste berg op aarde. In het Sanskriet betekent Himalaya "oord van sneeuw" en inderdaad bieden deze bergen de aanblik van gigantische massa’s eeuwige sneeuw. Aan deze "dakrand van de wereld", zoals in Nepal, worden mensen geboren en sterven mensen. De uitvaart en de "begrafenis" kent in deze koude wereld vier mogelijkheden. Deze komen volgens het Boeddhisme overeen met de vier "elementen" waaruit ons aardse lichaam is opgebouwd: warmte (vuur), adem (lucht), water en aarde.

In het 21 miljoen inwoners tellende Nepal is het Boeddhisme sterk met het dagelijks leven verweven. Monniken - ook wel lama’s genoemd - spelen hierbij vanzelfsprekend een belangrijke rol. De boeddhisten kennen aan het sterven en de directe periode daarna een belangrijke betekenis toe voor de toekomstige wedergeboorte (= reïncarnatie). De nabestaanden hebben er letterlijk alles voor over om het hele gebeuren zo goed mogelijk te laten verlopen. Wanneer er binnen enkele jaren in één familie twee of drie mensen sterven, betekent dit niet alleen het verlies van dierbare familieleden, maar óók nog het verlies van alle aardse goederen!

Tijdens en direct na het sterven leest men voor uit het Tibetaanse Dodenboek. Op de derde dag na de dood wordt de meest bekende lama uit de streek gewaarschuwd. Deze beslist wat er met het stoffelijk overschot moet gebeuren. De hoogst in aanzien staande manier is hierbij de lijkverbranding. Deze manier is ook het kostbaarst, vooral in Nepal, waar maar weinig brandhout voorradig is. Als brandhout is namelijk alleen hout toegestaan. Men bouwt een oven van stenen en klei op een plaats buiten het dorp. Het lijk wordt dan pas op de zevende dag na het overlijden - het is koud hoog in de bergen! - in een doek gehuld, die met geurig water wordt besprenkeld. Lama’s en familieleden brengen het lijk dan naar de oven, waar het in een hurkende houding op de brandstapel wordt geplaatst. Hierna wordt het vuur aangestoken. Daarna gaat iedereen huiswaarts en pas na 8 of 10 dagen wordt de oven afgebroken. De niet verkoolde beenderen worden bijeen gezocht en verpulverd. Deze asresten kunnen dan worden bijgezet in een zogenaamde stoepa.

Aan de stoepa’s is het Boeddhisme overal in de wereld te herkennen. Ook al verschillen deze "monumenten" van elkaar in afmeting en uitvoering, het principe is steeds hetzelfde. De bouwwerken hebben vaak de vorm van een halve bal, die rust op een vierkant terras. Van oorsprong zijn het grafheuvels. Wanneer een dergelijke heuvel het stoffelijk overschot bevatte van een als heilige vereerde geestelijke leider, werd daarop een fallus opgericht, als symbool van de eenwording van de gestorven heilige met de oppergeest. Deze heuvels werden later dan ook vaak bedevaartplatsen. De stoepa’s, die aan de in- en uitgang van een dorp liggen, zijn ook van een poort voorzien, waarvan de binnenzijde soms met fraaie fresco’s is versierd.

Opgaan in de lucht is een andere wijze van "ter aarde bestelling". Hierbij wordt het stoffelijk overschot naar een eenzame plaats in de bergen gebracht. Het lijk wordt geheel ontkleed, waarna de armen en de benen van de romp worden gescheiden. Na zo’n 12 dagen gaat een familielid of een vriend van de gestorvene, kijken wat de gieren hebben overgelaten. Resterende beenderen worden verbrijzeld en alsnog achtergelaten voor de gieren....

Bij het opgaan in water wordt het lichaam met stenen verzwaard in een rivier gelegd. Het lichaam kan daar dan weken blijven liggen, omdat de ontbinding in het ijzig koude water maar langzaam gaat.

Begraven wordt ook wel toegepast, behalve bij kinderen. Als het gebeurt, zoekt men hiertoe een zonnige en een warme plaats uit. Het graf wordt dan met een grote hoop stenen of een kleine stoepa bedekt, waarop gebedsvlaggen worden geplaatst.


© Arris H. Kramer, 1998

3 oktober, 1998

e-mail: arrish@knoware.nl